Back to basic #3 – er is een kindeke geboren op aard

Back to basic #3 – er is een kindeke geboren op aard

Ieder jaar op 25 december vieren christenen de meest bekende geboorte van een kind, waarbij de ouders niet de kans kregen om bewust te kiezen voor het kind. Maria en Jozef zijn echter niet de enige ouders die te maken krijgen met een “hogere hand”, waardoor zij opeens met een kind geconfronteerd worden. Uit de jurisprudentie blijkt dat ouders wel vaker artsen aansprakelijk hebben gesteld, omdat zij plotsklaps geconfronteerd werden met een onverwachte zwangerschap. Vrouwen hebben in dat kader ook wel vaker gelijk gekregen, mannen niet. Als vader zijn zij volgens de rechtspraak maar “indirect” slachtoffer en dus staat de wet, die alleen vergoeding van directe schade toestaat, aan het verhaalsrecht van de man in de weg.

De uitspraken van de juridische geschillen staan bekend als de Wrongful Birth arresten. Het gaat over het algemeen om vrouwen die ervan uit gingen niet zwanger te kunnen worden (bijvoorbeeld vanwege anticonceptie of op basis van mededelingen van hun arts) en toch in verwachting zijn geraakt. De ouder(s) van het ongeplande kind stelt / stellen in zo een procedure de arts aansprakelijk voor de door hen geleden schade.

Die problematiek staat ook centraal in het arrest van de Hoge Raad van 21 februari 1997. De vrouw had in 1984 een spiraaltje laten plaatsen. In 1986 werd zij plotsklaps toch zwanger. Wat bleek: haar arts had tijdens een operatie haar spiraaltje verwijderd en was vergeten het spiraaltje na afloop weer terug te plaatsen. De vrouw en haar man hadden al twee kinderen (geboren in 1975 en 1981) en hadden besloten dat zij niet meer kinderen wilden. Nu was er desondanks een derde kind op komst. Het kind is in 1987 geboren. De ouders vorderden in de procedure schadevergoeding van de arts, begroot op een bedrag van in totaal ƒ 290.976,55 en bestaande uit aanschaf babyuitzet, gederfde inkomsten, opvoedingskosten van het kind tot het achttiende jaar, immateriële schadevergoeding en vergoeding van de kosten voor de expertise en juridische bijstand.

De (verzekeraar van de) arts erkende dat de arts een beroepsfout had gemaakt, maar voerde verweer tegen de schadevergoedingsvordering. Volgens de arts was het een keuze van de vrouw om geen abortus te plegen, een keuze van de vrouw om minder te gaan werken zodat zij haar kind kon opvoeden en een wettelijke verplichting van ouders om voor hun kind te zorgen, zodat dit niet aan de arts kan worden toegerekend. Daarnaast stelde de arts dat het gezin een “immaterieel voordeel” geniet, doordat het gezin met een gezond kind is uitgebreid. Dit immateriële voordeel zou een eventuele immateriële schade elimineren.

De Hoge Raad ging hier niet in mee. Volgens de Hoge Raad staat vast dat de arts op een hem toe te rekenen wijze tekort is geschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst met de vrouw. Daardoor is een risico ontstaan dat de vrouw onbedoeld zwanger zou raken. Dat risico heeft zich verwezenlijkt, zodat de arts aansprakelijk is voor de geleden schade.

Volgens de Hoge Raad staat de wettelijke verplichting van ouders om de opvoedingskosten voor hun kind te dragen ook niet aan vergoeding in de weg. De Hoge Raad is juist van oordeel dat omdat het een wettelijke plicht betreft, de kosten noodzakelijk zijn en daarom juist objectief bepaalbaar zijn.

De Hoge Raad staat vervolgens stil bij de morele vraag: kunnen de kosten voor opvoeding en verzorging van een (gezond) kind als schade worden gezien? De Hoge Raad meent van wel. Volgens de Hoge Raad gaat het om:

“(…) een rechtens te respecteren besluit van de ouders dat zij hun gezinsomvang wensten te beperken. (…) In deze gedachtengang is geen plaats voor de opvatting adt het kind zelf als schade of schadefactor moet worden gezien. Het gaat immers uitsluitend om vergoeding voor de extra last die als gevolg van de fout van de arts op het gezinsinkomen wordt gelegd en die juist door de aanvaarding van het kind ontstaat.”

Juist de keuze van de vrouw om haar kind zelf te willen opvoeden en dus minder te gaan werken, zorgt ervoor dat de vrouw minder inkomen zal genereren. Maar die keuze laat ook zien dat het gezin probeert van de situatie het beste te maken.

Ook Jozef en Maria kregen (financiële hulp) in de vorm van waardevolle geschenken. Van de drie koningen Caspar, Melchior en Balthasar ontvingen zij goud, mirre en wierook, de destijds kostbaarste goederen. Het vragen van financiële compensatie is dus een manier om ervoor te zorgen dat de ouders meer ruimte hebben om het kind de nodige aandacht te schenken, in plaats van hun energie erop te richten hun hoofd boven water te houden. Helemaal in lijn met de kerstgedachte kunnen de ouders op deze manier hun kind met liefde en aandacht opvoeden.

Gepubliceerd op